Passie wordt overschat als waarde om te slagen
Ik heb nooit mijn echte passie gevonden in het leven, zoals je bij topkoks ziet, artiesten, Jehova's, professionele schrijvers, topsporters. Je vijf keer per week kapot trainen. Mijn ex verweet me dat ook.
"JIJ HEBT GEEN PASSIES", zei een vriend eens.
Ik: "Kom op man, jij hebt wel passies. Met mooie vrouwen naar bed gaan bijvoorbeeld."
Hij: "Haha, ja, maar qua werk niet. Het zou heerlijk zijn iets te hebben waar je je ziel en zaligheid in kunt leggen en daarvan kunt leven."
Ik weer: "Is dat niet voor heel weinigen weggelegd, man?"
Youp-van-'t-Hek-syndroom
De vriend had last van wat ik het Youp-van't-Hek-syndroom noem: de angst niet te leven. Van't Hek roept ons toe: "Leef je leven alsof het je laatste dag is. Kijk in de spiegel en ga weg bij die klotebaas en dat vervelende wijf van je. Lul, waar ben je bang voor?"
Onthulling
Sinds de crisis zie ik steeds meer mensen met dat syndroom. "Ik kan geen baan vinden in mijn vakgebied, waarvoor ik ben opgeleid/waar ik goed in ben/waar men passie ligt." Herkent u het? En... ONTHULLING: Dat gaat ook niet veranderen: de wereld heeft nu eenmaal een beperkte behoefte aan vrijetijdswetenschappers, journalisten, communicatiedeskundigen, dierenverzorgers en kunstenaars.
Essentiële vraag
Velen hebben dit nog niet door, zoals een jonge vrouw die zich in een lang stuk in Nrc.next beklaagde dat ze zeepjes moest verkopen terwijl ze toch zo hoogopgeleid was. Ze vergat de essentiële vraag te beantwoorden: heeft de samenleving wel behoefte aan haar fantastische opleiding? Zal die behoefte er ooit nog zijn? Of is er misschien toch meer behoefte aan zeepjesverkopers en bejaardenverzorgers enzovoorts enzovoorts? Passend werk is een achterhaald begrip. Er zijn te veel hoogopgeleiden in Nederland - er moet ook nog uitvoerend werk gedaan worden.
Bron; De Ondernemer / Renzo Verwer