Partijbedoeling niet relevant bij onderscheid tussen werknemer en zzp'er

De Hoge Raad heeft op 6 november 2020 geoordeeld dat de partijbedoeling niet langer relevant is bij de beoordeling van de vraag of iemand werkzaam is op basis van een overeenkomst van opdracht of dat hij werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst.
Het onderscheid tussen een werknemer en een zzp'er is meer dan eens onderwerp van discussie. Een zzp'er is werkzaam op basis van een overeenkomst van opdracht, terwijl de werknemer werkzaamheden verricht op basis van een arbeidsovereenkomst. Uit de omschrijving van art. 7:610 van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat een arbeidsovereenkomst de overeenkomst is waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
De werknemer moet zich dus verbinden om persoonlijke arbeid te verrichten, waarvoor hij loon ontvangt. De werkzaamheden moet hij bovendien in dienst van de werkgever verrichten waarbij sprake is van een gezagsverhouding.
Rechters beantwoordden de kwalificatievraag ten aanzien van Deliveroo-bezorgers echter verschillend. Voor de beoordeling hiervan maakten zij gebruik van het toetsingskader zoals uiteengezet door de Hoge Raad in 1997.
Bron: Accountant