Van Gennip stuurt nieuwe ZZP-wet naar Raad van State
Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft vandaag – op de valreep – een nieuw concept van de wet VBAR naar de Raad van State gestuurd. De wet Verduidelijking Bewoording Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) moet het voor werkgevers, zelfstandigen en controlerende instanties zoals de Belastingdienst eenvoudiger maken om te beoordelen of een opdracht wel of niet ‘buiten dienstbetrekking’ kan worden uitgevoerd.
Een tweede deel van de wet, het rechtsvermoeden, regelt dat werkenden die worden ingehuurd voor minder dan 33 euro per uur, eenvoudiger rechten als werknemer kunnen opeisen.
Beperkte aanpassingen
Het nieuwe voorstel wijkt op onderdelen af van een eerder concept, dat bij de internetconsultatie veel negatieve reacties ontving. In het eerste voorstel was uitgewerkt dat er apart gekeken werd naar de criteria ‘werkinhoudelijke instructies’ en ‘organisatorische inbedding’. Dit wordt eenvoudiger, en volgens de minister daarmee ‘meer in balans’. Er komen criteria die wijzen op ‘werknemerschap’. Daartegenover staan (contra)criteria die wijzen op ‘zelfstandigheid’.
De elementen die wijzen op zelfstandigheid hebben allemaal te maken met zelfstandigheid binnen de context van de opdracht. Ze gaan niet over of iemand zelf ondernemer is.
Bron: ZiPconomy